Enkele maanden geleden kreeg Rob bericht dat hij op sollicitatiegesprek mocht komen voor een functie die bij hem paste. Rob was enorm blij, maar ook zenuwachtig. Hij is al een lange tijd werkloos. Maar het tij lijkt te keren. Met hulp van een jobmaatje die hij kent via ReconnAct, zoekt hij op het internet naar sollicitatietips.
De tips die hij leest zijn interessant en bruikbaar: ‘Verdiep je van tevoren in het bedrijf en de persoon waarmee je in gesprek gaat.’ Of een tip die vanzelfsprekend leek: ‘Kom op tijd’. En ‘Luister aandachtig in het gesprek en stel vragen’. Rob vroeg zich af: ‘Wat moet je dan vragen?’ Meteen beginnen over de verdiensten leek hem niet handig. Hij zou vragen stellen over de werktijden en waar hij precies komt te werken. Kan hij een rondleiding krijgen? En zijn er groeimogelijkheden binnen het bedrijf?
Bij het formuleren van al die vragen overviel hem ook de angst: straks willen ze weten waarom ik zo’n tijdje eruit ben geweest! Zal ik openlijk vertellen hoe het precies in elkaar zit? Waarom ik een burn-out had gekregen? Zijn jobmaatje geeft het advies om daar niet al te veel over na te denken. ‘Laat ze weten dat het goed met je gaat en dat je zin hebt om te werken. Je hoeft nooit persoonlijke vragen te beantwoorden.’
Zijn jobmaatje legt hem verder uit dat een sollicitatiegesprek op een spreekbeurt lijkt. Je verzamelt gegevens over het bedrijf, zoekt wat voorbeeldvragen op en je gaat het ‘spreken’ oefenen. Vroeger deed je dat waarschijnlijk ook voor school. Je ouders of familie waren dan zogenaamd je klasgenoten en jij gaf je presentatie aan de keukentafel.
Rob en zijn jobmaatje gingen oefenen in een rollenspel. Met name de lastige vragen werden geoefend: waarom wil je bij ons komen werken? Ik zie een gat ik je cv? Heb je zelf ook nog vragen? Het oefengesprek verliep grotendeels serieus, maar er was ook humor. Want serieus nadenken over hoe het sollicitatiegesprek zal gaan heeft geen zin. De toekomst ligt niet vast.
Met alle tips en tricks in zijn hoofd besluit Rob zich te laten brengen naar de sollicitatie en niet op de fiets te gaan. Want dan zou hij zweterig arriveren. En een kleffe hand geven is niet prettig. Ook gaat hij, vooraf aan het gesprek, naar de kapper en koopt hij een mooi overhemd. Dat oogt meteen frisser en verzorgder. Uiteindelijk heeft Rob de baan niet gekregen, maar hij kreeg wel een geschikte functie bij een andere werkgever. Rob zijn feedback aan zijn jobmaatje was dat het oefenen van het sollicitatiegesprek, hem veel heeft geholpen. ‘Het gaf mij meer zelfvertrouwen en rust in mijn hoofd’.
– Rudolf Hunnik