Een Kerstverhaal – Bent u daar nog?

Het was guur die dag, een week voor kerstmis. De regen kletterde tegen de ramen. Nog slechts een enkel verloren geel blaadje hing aan de takken van de oude beukenboom, recht tegenover het huis van Freek. Hij staarde naar de weg langs zijn flat. Er was weinig verkeer. De van zijn grootmoeder geërfde koekoeksklok sloeg twee keer, maar Freek hoorde het niet. Zijn gedachten gingen terug naar het sollicitatiegesprek dat hij die ochtend had gevoerd. Hij doorliep in zijn hoofd nog eens de vragen die gesteld waren en vooral de manier waarop hij had geantwoord. Gelukkig had hij het gesprek vooraf geoefend met zijn jobmaatje, waardoor de vraag waarom hij al veertien maanden in de Bijstand zat, goed kon beantwoorden. Niet onzeker, niet aarzelend, maar met een krachtige stem had hij zijn woordje gedaan. Hij was er zelf verbaasd over geweest.

Ze hadden het gat in zijn cv gezien en er vragen over gesteld. Normaal zou hij zijn gaan stotteren in een poging het verhaal mooier te maken dan het is. Of hij zou direct het zweet op zijn voorhoofd voelen. Nu niet. Hij had met zijn jobmaatje verschillende vragen doorgenomen en antwoorden geoefend. Niet alleen welke antwoorden het beste zouden zijn, vooral ook de manier waarop hij het zou moeten zeggen.

Van nature was Freek wat onzeker, zeker in onbekende situaties. Daarom kwam hij in sollicitatiegesprekken vaak onzeker over. Met zijn vakkennis en ervaring was niets mis. Hij had een MBO-4 diploma en was jarenlang een gewaardeerde collega geweest in het bedrijf waar hij werkte. Het bedrijf had de crisis van 2008-2013 overleefd, maar het ging enkele jaren later toch fout. Een grote klant was uit de regio verhuisd, waardoor meer dan dertig procent van de omzet wegviel in het bedrijf waar Freek werkte. Er moest een reorganisatie komen en helaas was Freek een van de getroffenen. Na twee werkloze jaren volgde de Bijstand.

Hij werd door de gemeente goed opgevangen. De gemeenteambtenaren bleken een mooi programma te hebben opgesteld om op een zorgvuldige manier mensen in de bijstand te begeleiden. Een van de onderdelen was dat een vrijwillig jobmaatje ondersteuning zou bieden. Door gesprekken te voeren, door te helpen met het samenstellen van een c.v. en een motivatiebrief, door zijn netwerk in te zetten, etecetera. Vanaf het eerste moment had het geklikt met het jobmaatje. Freek had begrepen dat het jobmaatje opgeleid en begeleid werd door een stichting die dit soort jobmaatjesprojecten uitvoert. Wat was hij blij geweest met zijn jobmaatje, een man van 53 die zelf ook het nodige had meegemaakt en snapte wat het is om in de bijstand te zitten. Ze hadden verschillende keren samengezeten. Het waren ontspannen gesprekken geweest, maar hij begreep ook wel dat het jobmaatje hem af en toe aan zijn afspraken moest houden.

En nu zat hij dan te wachten op het telefoontje. Hij had de neiging te denken dat hij wel weer afgewezen zou worden, maar door de gesprekken met zijn jobmaatje wist hij dat hij niet meer zo moest denken. Dat hij juist van zijn eigen kracht moest uitgaan, dat hij er mocht zijn en dat anderen dat ook vonden.
Op zijn telefoon verschijnt een app-je. Het is van zijn jobmaatje die informeert of hij al iets gehoord heeft. Freek reageert direct dat hij nog zit te wachten en nog maar eens zichzelf koffie gaat inschenken.
Hij schrikt op als zijn telefoon gaat. De spanning slaat direct toe. Bewust wacht hij even met opnemen. Hij haalt diep adem voordat hij de groene pijl op het scherm aantikt.
‘Met Freek de Wit’, zegt hij met iets onvaste stem.
‘Met Angela Voorstad van Firex Company’, hoort hij een heldere stem zeggen.
‘Ik heb goed nieuws voor u….’ Freek’s hart begint sneller te slaan. Hij hoort al bijna niet meer wat Angela hem vertelt. Hij hoort nog wel iets van ‘1 Februari’ en ‘langs komen om de formaliteiten te bespreken’, meer niet, totdat hij opeens zijn naam hoort. ‘Mijnheer de Wit, bent u daar nog….?’

‘Ja, hoor, ik ben er weer……………..’